Diagnose: de bevalling

Op een gegeven moment denk je: mijn bevalling is begonnen. Je hebt weeën misschien zijn je vliezen gebroken, of je hebt je slijmprop verloren. Van je verloskundige of gynaecoloog heb je instructies gekregen wanneer je contact moet opnemen.

De verloskundige of gynaecoloog is degene die de diagnose: ‘ de bevalling is begonnen’ zal stellen. Daar is naast observatie van de vrouw een inwendig onderzoek voor nodig.  Het kan zijn dat je daar moeite mee hebt. Bespreek dat in je zwangerschap.

Je baarmoedermond moet helemaal verstreken zijn. (C) Tijdens je zwangerschap is je baarmoedermond ongeveer zo lang en zo hard als je pink. (A) Het is heel stug bindweefsel om de baby binnen te houden. Wanneer je gaat bevallen moet de baarmoedermond eerst helemaal kort en zacht worden, dat noemen we verstrijken.

Verstrijken is een proces waarvan we niet weten hoe lang het duurt. Verstrijken hoort niet bij de bevalling.

Sommige vrouwen merken er niets van, anderen voelen het van de eerste tot de laatste millimeter. Je kunt dan echt het idee hebben dat je bevalling al begonnen is. Wij noemen dat een valse start.  Dat betekent niet dat jij je aanstelt, maar wel dat we willen proberen ervoor te zorgen dat je niet uitgeput bent als de bevalling wel begint. De verloskundige zal met je overleggen of het verstandig is om misschien een pijnstiller en/of een slaapmiddel te nemen.

Als de diagnose gesteld is gaat op dat moment de klok tikken. Je kunt er op rekenen dat je binnen 12 uur een baby in je armen hebt.

Als de bevalling begonnen is treedt je Geboorteplan in werking. De verloskundige zal de voortgang van de bevalling in een partogram bijhouden. Dit is een grafiekje waarin het verloop van de baring wordt uitgezet in de tijd.